Lamskoteletjes mogen ze ook genoemd worden, maar lekker zijn ze! Veel mensen bakken lamskoteletjes los, elk apart en daar is niets tegen. Toch is de ervaring dat op de manier het vlees wel eens wat stug gevonden wordt. Dat komt omdat lamsvlees natuurlijk erg jong is, niet lang ´rijpt´ en het heeft niet meer de gelegenheid te ontspannen.
Daarom vindt u, naast losse koteletjes, steeds meer in de koelvitrine of het vriesvak de zogenaamde ´lambsracks´. Dat is dus een aantal koteletjes aan één stuk, met schoongesneden botjes. Op die manier in de oven gebraden geeft een veel sappiger en malser resultaat, vooral als de vetbedekking op het vlees wordt gelaten.
Doe het zo
Snijd met een scherp mes het vetlaagje in tot op het vlees, of vraag uw slager het te doen. Verwarm de oven voor op 225° C. Leg het rackje in een kleine braadslede en zet die 15 minuten in de oven. Haal de braadslee eruit, zet de oven naar 180 graden, wacht 10 minuten en zet het vlees dan nog 15 à 20 minuten terug. Als het heel kleine koteletjes betreft hebben ze wat minder tijd nodig. Haal het rack opnieuw uit de oven, wacht tien minuten en snijd de koteletjes dan los van elkaar. Dat gaat heel gemakkelijk met een scherp mes, uw slager heeft het voorwerk immers al gedaan.
Trouwens, zo´n lambsrack gaat ook uitstekend op de barbecue. Het vuur moet alleen nog gloeien, anders gaat het hard branden van het druipvet. En u moet het vlees een paar maal keren voor een gelijkmatige garing. Maar dat knapperige roosterkorstje is heerlijk!